Hoe speel ik in op een sprongetje?

Bron

 

Die sprongetjes van baby’s zijn vreselijk. Sorry, een ander woord heb ik er even niet voor. Nee dat is niet helemaal waar. Ze zijn ook heel mooi. Want ineens zie je die kleine van je zich verder en verder ontwikkelen. Ik vind dat heel bijzonder om dat van zo dichtbij mee te mogen maken. Maar goed, dat sprongetje. Daar komen wel een helehoop uitdagingen bij kijken.

Sommige geloven niet in sprongetjes. Ik ook niet altijd. De sprong van 5 weken is geheel aan mij voorbij gegaan. Maar volgens “oei, ik groei” zou hij er toch echt één gehad moeten hebben. Ik kan niet anders zeggen dan dat mijn mannetje gewoon heel tevreden is. Niets geen gehuil. Ja… als hij eten wil. Maar vorige week merkten mijn vriend en ik wel degelijk verandering. ’s Avonds naar bed ging altijd super. Hij had geen speen nodig. Gewoon voeding en je kon hem weg leggen. En ineens was dat weg. Hij kreeg een immense zuigbehoefte, maar die speen pakte hij niet altijd. Zijn duimpje kan hij ook nog niet altijd vinden. Maar slapen… ho maar. Soms waren we wel anderhalf uur bezig met hem in slaap te krijgen. Alleen maar vechten tegen zijn slaap en om zich heen kijken.

(Terwijl ik dit tik heb ik even een giga déjà vu. Geen idee waar die vandaan kwam. Hahaha… En weer verder)

Overdags vroeg hij veel aandacht. Ik was eigenlijk de hele dag alleen maar met hem bezig. En dus sloeg ik die ‘gele Bijbel‘ maar weer open. En ja hoor, zo herkenbaar. Hij kijkt veel om zich heen, is actief met handen en voeten, maakt de hele dag geluidjes, grijpt naar speelgoed, komt slecht in slaap, wil de hele tijd rechtop zitten, vraagt veel aandacht en als hij dat krijgt gaat hij heel hard lachen. Duidelijk verhaal. Hij zit in zijn 8 weken sprongetje die komt voor tussen de 7 en 9 weken. Die van mij was 7 weken toen het begon.

Hoe help ik hem door zijn sprongetje heen

  1. Zuigbehoefte
    Ik was er eigenlijk op tegen om hem de hele dag aan te leggen, maar zijn speen wil hij niet altijd. Hij begint dan te kokhalzen. Dan douw ik die speen natuurlijk ook niet de hele tijd in zijn mond. Dan leg ik hem toch liever aan om hem die troost te bieden. Dat werkt. Hij wordt er rustig van. Betekent trouwens niet dat hij meteen gaat slapen. Overdags valt hij dan wel in slaap, ook uit zichzelf, maar ’s avonds niet hoor.
  1. Reageren op geluidjes
    De hele dag komen er grappige geluidjes uit de box of als je met hem bezig bent. Hij begint al lekker zijn stembanden uit te testen. Ieder geluidje klinkt zo grappig. Ik moet daar dan hard om lachen. Ook reageer ik erop. Ik klets lekker tegen hem. Of hij er wat van meekrijgt? Dat maakt niet uit. Wij hebben in ieder geval interactie en die woorden gaat hij vanzelf wel een keer begrijpen. Hij vindt het in ieder geval leuk. Ik krijg altijd een big smile van hem.
  1. Veel met hem lachen
    Als je alleen al boven de box komt hangen, begint hij al te lachen. Hij vindt het zo gezellig. Ik lach altijd terug en maak hem nog meer aan het lachen door heel veel kusjes te geven of overdreven hard te gaan lachen. Af en toe lijkt er ook een giecheltje uit te komen. Ook kietelen in zijn buik vind hij erg leuk.
  1. Zingen
    Voor het slapen gaan, wordt die aap een beetje zeurderig. Hij gaat nooit heel hard huilen, maar hij wordt gewoon chagrijnig. Zingen helpt. Gewoon rustige liedjes. Dan draag ik hem bij me en hij kijkt mij aan. Meestal wordt hij daar rustig genoeg van, zodat ik hem weg kan leggen in bed. Hij valt dan zelfstandig in slaap. Gelukkig doet hij dat nog vaak zat.
    En soms zet ik hem in de wipstoel voor me en dan ga ik lekker drukkere liedjes zingen met veel gebaren. Dan moet hij ook altijd heel hard lachen.
  1. Naar buiten kijken
    Het licht vindt hij zo interessant. Alle bewegende bomen, blaadjes en schaduwen leiden hem af. Dus ga ik vaak even met hem voor het raam staan. Ook wandelen in de wandelwagen of in de draagzak wordt hij rustig van en kijkt hij gezellig om zich heen. Vaak valt hij er ook van in slaap.
  1. Helpen met grijpen
    Hij begint het speelgoed om hem heen super interessant te vinden. Daarom probeer ik het speelgoed om hem heen af te wisselen, zodat hij lekker kan oefenen met al het verschillende speelgoed grijpen. Als het hem lukt om iets te grijpen, laat ik dat wel even een tijdje liggen voor de succeservaring. Tenzij ik het idee krijg dat hij er klaar mee is. Dan haal ik het weer weg en leg ik iets nieuws neer. Ook help ik hem af en toe. Hij kan zijn handjes wel ergens omheen leggen, maar het gaat nog ongecontroleerd. Dus houd ik soms een speeltje voor zijn neus en help ik hem met grijpen. Dit doe ik niet te vaak, want frustratie is ook goed voor hem. Niet leuk om te horen, maar het motiveert wel om door te zetten en dus te leren. En nu lukt het hem om de O’ball te pakken.
  1. De wipstoel
    Hij vindt rechtop zitten momenteel geweldig. Hij kan zoveel meer zien en hij vindt alles interessant. Het wordt voor ons nu zelfs uitkijken wat we op de tv aan hebben staan, want hij laat zich er graag door afleiden. Even geen zombieseries meer. Althans, niet als hij wakker is. Als hij het in de box even zat is, maar ik moet toch echt even wat eten, dan zet ik hem gezellig in de wipstoel erbij. Ik geef hem dan wel een speeltje, zodat hij iets te doen heeft. Hoewel hij er vaak niets mee doet, maar gewoon lekker om zich heen zit te kijken. Een doekje vindt hij wel heel leuk. Die kan hij makkelijk vastpakken. Hij kan daar dan echt lol mee hebben.
  1. Boekje lezen
    Eerder schreef ik al een blog over voorlezen en dat je daar al vanaf 3 maanden mee kunt beginnen. Dat neem ik terug. Je kunt er namelijk al veel eerder mee beginnen. Ik heb het meest geniale boekje voor baby’s in huis. Het boekje heet ‘baby ziet…‘ en is voor baby’s vanaf 0 maanden. Het stimuleert de waarneming van de baby door middel van bepaalde patronen. Als wij dit boekje erbij pakken, is hij helemaal gefascineerd. Dit boekje kun je er echt al wel veel eerder bij pakken dan 3 maanden.
  1. Er voor hem zijn
    Dit punt is eigenlijk het meest voor de hand liggend. Er gewoon voor hem zijn. Hij maakt een periode door met veel nieuwe dingen. Mijn vriend maakte laatst een mooie vergelijking. Als jij een nieuwe baan hebt, dan is dat leuk, maar tegelijkertijd is dat ook heel spannend. Zo moet je het voor een baby ook zien. Hij neemt allerlei nieuwe dingen waar. En die zijn allemaal leuk. Maar ook allemaal heel spannend. En daarom huilen baby’s rond deze periode meer. Jij als ouder moet dus laten zien dat die wereld te vertrouwen is door hem hierin te begeleiden en bij je te nemen.

Het is soms wat veel. Je wil ook dingen voor jezelf kunnen blijven doen. Zo’n sprongetje maakt het wat lastig. Maar ik vind het ook heel fijn dat hij mij nodig heeft en dat ik er voor hem kan zijn. En iedere dag zie ik weer nieuwe vaardigheden bij hem. En dus geniet ik er toch volop van. Inmiddels is zijn sprong voor een groot deel weer voorbij. ’s Avonds naar bed brengen gaat steeds beter.

Hoe hebben jullie het 8 weken sprongetje of alle andere sprongetjes ervaren? Herkenbaar?

Volg mijn blog ook op Facebook, Twitter, Instagram en Bloglovin’